Maak kennis met onze tien ‘Visions Of’ kandidaten. Geselecteerd door een internationale jury en begeleid door de Nederlandse ontwerper Duran Lantink zijn deze talenten de top van de creatieve industrie. De komende maanden zullen zij hun concepten naar een hoger niveau tillen en verder uitwerken tot complete collecties. Die afgewerkte producten worden gepresenteerd tijdens de Amsterdam Fashion Week september editie. Vandaag belichten we het werk van Joep Truijen.
Jouw kracht ligt in het animeren. Hoe ben je hier mee in aanraking gekomen?
Ik ben begonnen aan de Design Academy Eindhoven met dingen te ontwerpen, en daar ben ik me in 3D gaan verdiepen om mijn werk te ondersteunen. Ik gebruikte het vooral als communicatiemiddel. Toen werd ik er steeds beter in en is het gegroeid naar het ding waar ik me het meeste mee bezig hield. Ik maakte bijvoorbeeld interactieve installaties en animeren is erbij gekomen omdat daar veel vraag naar is.
Tijdens AFW Studio 2020 was jouw presentatie de enige die draaide om bewegend beeld. In een donker hoekje van Het Hem werd een hoofd met gekleurd Winnie de Pooh haar geprojecteerd. Wat was het idee hierachter?
Ik had het idee al even liggen om iets met haar te doen, ik zag dit soort creaties ook veel op Instagram voorbijkomen. Toen ik te horen kreeg dat ik een plekje in de lift zou krijgen ging ik meteen spelen met een soort wachtend beeld op een scherm. Aan de ene kant zit je op je telefoon maar je kijkt tegelijkertijd naar het haar van iemand die ook aan het wachten is. Vandaar ook het licht dat aan en uit gaat in de ruimte. Er zit niet echt een diepgaand idee achter, en het draait vooral om het feit dat ik wilde laten zien hoe styling binnen 3D er kan uitzien en de vrijheid die je hebt binnen dit medium, niet alleen met kleding maar ook met modellen. Dit was ook een soort schets van wat ik ga doen tijdens AFW in september.
Voor de volgende show ga ik dan ook mijn eigen modellen maken. Ik ben aan het werken aan een installatie waarbij je voor een beeldscherm staat die fungeert als spiegel. Wat jij ziet is een model dat jou gaat nadoen, en de bewegingen doet die jij ook doet. In plaats van een model dat loopt over de runway en de outfits showt, kan je met deze schermen meteen een beeld krijgen van hoe het kledingstuk er op jou zou uitzien.
Wat is de boodschap die je graag wil overbrengen met je presentatie in september?
Het idee van de presentatie had ik al een tijdje liggen. Toen ik erover na begon te denken dacht ik “als ik zoiets doe dan maak ik iets en kan niemand dat kopen”. Maar eigenlijk is dat ook heel fijn omdat de hele wereld nu gewetenloos bezig is met het kopen van nieuwe dingen. Dit gedrag met betrekking tot overconsumptie hebben we blootgelegd tijdens Corona. Mijn project gaat meer om de ervaring, en ik denk dat dat misschien voldoende is. Ik vind dat we naar nieuwe manieren moeten kijken hoe we als modemerk kunnen verkopen. Dat je niet persé een kledingstuk naar huis moet nemen maar ook een ervaring mee kan nemen. Vooral door niets nieuws te produceren maar te spelen met nieuwe technologieën laat ik zien dat dat ook kan.
Hoe gaat je collectie er uiteindelijk uitzien?
Ik heb foto’s genomen van eigen kleding. Die heb ik in 3D allemaal aan elkaar gestikt. Ik ga vervolgens ook kleding van de Bijenkorf, Concrete en Batavia Stad inscannen om ze dan vervolgens weer in de winkel te hangen. Ik maak niets kapot, maar ik gebruik het wel, zonder dat niemand daar last van hebben. Als je bijvoorbeeld iets zachts plat legt en scant, krijg je een soort van misvormde texturen. Dit in combinatie met de patronen die ik ga gebruiken creëert weer geheel nieuwe vormen en kleding items.