Dit jaar ondersteunt de Meester Koetsier Foundation shows van onder andere Ninamounah, MAISON the FAUX, Marlou Breuls en Hul le Kes op de eerste editie van AFW Studio. Wij spraken de foundation over hun bijdrage aan de Nederlandse mode-industrie.
Hoe is Meester Koetsier Foundation ontstaan?
Meester Koestier was vroeger een school, die nu het AMFI (Amsterdam Fashion Institute) heet. Toen de Meester Koetsier school een officiële HBO werd hebben de particulieren initiatieven zich teruggetrokken en hierin waren gelden opgezet door de industrie, zodat kinderen van textielmakers een goede opleiding konden volgen. We bestonden om de ontwikkeling van de textielkunde aan te moedigen en in leven te houden binnen Nederland.
Langzamerhand hebben we deze doelstellingen aangepast en zijn we gaan investeren in innovatieve ontwikkeling van het onderwijs. Denk hierbij aan bijvoorbeeld bijzondere activiteit voor studenten, zoals de Honours opleiding van het AMFI of Individuals, het kledingmerk ontworpen door AMFI studenten. Dit is later uitgebreid. We zijn niet alleen bij het AMFI gebleven maar ook naar het TNO gegaan en daarbuiten.
Waarom investeert Meester Koetsier in de Nederlandse mode?
Meester Koetsier wil het vakmanschap in leven houden, en innovatie en vernieuwing stimuleren. Daarnaast willen we bijzonder talent ondersteunen. Dat doen we bijvoorbeeld met Lichting, een organisatie die jonge ontwerpers zonder verdienmodel de kans geeft om hun werk aan de industrie te laten zien. Deze editie van Amsterdam Fashion Week ondersteunden we alle shows van jonge creatieve designers op vrijdag.
Het draait bij ons om de ontwikkeling van talent. Daarnaast is het voor ons heel belangrijk een link te leggen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs, omdat de ontwerpers natuurlijk uiteindelijk aan het werk moeten binnen de industrie.
Samengevat staan wij voor het helpen ontwikkelen en staande houden van de textielkunde. We willen Innovatie binnen het modeonderwijs aanmoedigen en bijzonder talent ruimte geven om zichzelf te ontwikkelen en te presenteren.”
Waar zie je vandaag de dag deze innovatie terug?
Meestal komt dit uit de instituten zelf voor. Textiel is een industrie waar enorm veel innovatie gaande is op dit moment. Denk bijvoorbeeld aan ademende stoffen of transpiratie opnemend materiaal, dat kon vroeger allemaal niet. Daarnaast is de vooruitstrevende aanpak van AMFI die bijvoorbeeld met de studenten bij Individuals het complete traject van kleding produceren en verkopen doorloopt is ook een belangrijke innovatie.
Wat is de rol van Nederland binnen de mode-industrie?
Wat er nu echt gebeurt in Nederland is dat we niet een Berlin of een Milaan willen zijn, maar juist onze eigen unieke plek bewaren. Nederland is goed in het specialiseren en uitblinken in bepaalde technieken. We pakken bepaalde stukken eruit, en ontwikkelen hierin zover dat het een internationaal succes wordt. Zoals bijvoorbeeld het excelleren in denim, met bijvoorbeeld de House of Denim of Denim City, dat doen we fantastisch. Binnen een paar jaar hebben we hiermee internationaal naam gemaakt.
Nederland pakt onderdelen uit de mode-industrie en ontwikkelt zich hier extreem in. Net als bijvoorbeeld een Marlou Breuls die we net gezien hebben, een Victor & Rolf of een Iris van Herpen. Allemaal unieke ontwerpers die zijn gaan specialiseren en excelleren, en heel bijzonder creatieve vaardigheden naar voren halen.